Doorgeefcolumn

Gewoon Wonen, een kwestie van geluk

Met deze keer:

Frans Desloover

Directeur/bestuurder Ressort Wonen

ge·luk (het; o)

1 gunstige loop van omstandigheden; = voorspoed: hij heeft altijd geluk

2 aangenaam gevoel van iem. die zich verheugt

Afgelopen 1,5 jaar was ik met een groepje betrokken professionals bezig met oplossingen voor ‘bankslapers’. Bankslapers: een naam voor een groep medeburgers die steeds vaker aandacht krijgt in de media. Een groep die in omvang groeiende is; naar schatting vele duizenden in onze regio. En een groep waarvan we de woonsituatie als onwenselijk zien. Onwenselijk omdat wekelijks verkast moet worden, na verblijf van enkele nachten op de bank bij een familielid of kennis. Of omdat de bank waarop geslapen wordt de achterbank is van de eigen auto. We hebben er allemaal een beeld bij. Bankslapers vormen óók een groep die beleidsmatig nog onvoldoende erkend is en niet scherp gedefinieerd. Eén van de definities die wij er zelf aan gaven: het zijn burgers zoals jij en ik, maar dan met minder geluk.

Want zo veel is mij wel duidelijk geworden: goed wonen is een kwestie van geluk. Reflecteer ik op mijn eigen woonsituatie, dan heb ik geluk gehad in een liefdevol, stabiel gezin op te groeien. Mijn ouders – uit een klassiek arbeidersmilieu – durfden het als een van de eersten in de familie aan een eigen woning te kopen. Mijn handige vader zorgde ervoor dat ieder kind een eigen slaapkamer had. Ik heb geluk gehad in een prettig huis en fijne buurt op te groeien. Geluk gehad om een goedkoop huurappartementje te vinden toen we wilden gaan samenwonen. We studeerden nog en konden dat van onze beurs met bijbaan betalen! Geluk gehad om beiden een mooie carrière te maken en onze eerste woning te kopen. Geluk gehad dat de gemeente na een aantal jaren deze woning aankocht voor een centrumontwikkeling. Geluk gehad dat we daarna met voorrang bouwgrond konden kopen en een prachtig huis op konden laten bouwen. En al die tijd geluk gehad dat we gezond, aan het werk en bij elkaar zijn gebleven. Dat geluk hebben, deze voorspoed, overkomt je grotendeels, en soms kan je het een handje helpen. Geluk hebben draagt bij aan het aangename gevoel van gelukkig zijn.

Te veel mensen hebben dat geluk echter niet. Hun leven verloopt op momenten niet voorspoedig; ze hebben pech, in relaties, in het werk, met hun gezondheid. En dat kan ik slecht accepteren. Op de één of andere manier doet deze tegenspoed voor de ander, afbreuk aan mijn eigen gevoel van geluk. Of positiever gesteld; ik gun anderen hetzelfde geluk als ik ervaar. Dat is voor mij een belangrijke drijfveer. En waarom ik heel graag een handje help aan Gewoon Wonen voor iedereen.